Wat is nu eigenlijk een Zeeuwse knoop?

Daarvoor moeten we een stukje terug in de tijd!

De Zeeuwse bibliotheek zegt er het volgende over:
In de 18e eeuw droegen Walcherse mannen gouden knopen in het hemdboord. De doorluchtige of draadwerkse knopen hadden een enigszins ronde vorm. Op een frame van draadwerk waren zogenaamde spinnetjes gesoldeerd. In de loop van de tijd kregen de spinnetjes steeds meer poten. De keelknopen gingen meer lijken op een braam. Braamknopen droegen de  mensen tot 1875. Daarna is die mode uitgestorven. Na 1850 veranderden de braamknopen langzaam van vorm. De doppen zijn een grotere rol gaan spelen. Rond 1870 is het Zeeuws knoopje in de vorm ontstaan zoals wij het nu kennen.

De Zeeuwse knoop raakte 120 jaar geleden bij de Walcherse vrouwen in de mode. Het knopje sierde de mutsspeld. Soms werden er 3 paar van verschillende grootte gedragen in de ondermuts. Het voorste paar is het kleinste. Dat werd direct achter de krullen in de gaatjes van het oorijzer gestoken. Het tweede en derde paar kwam daarachter. Die spelden bevestigde men alleen aan de muts.

De Walcherse mannen en vrouwen in klederdracht, droegen nu beiden het Zeeuwse knopje. Het werd een begrip. Rond 1915 kreeg de Zeeuwse knoop haar naam. Ondanks het blijvend gebruik van de knoop bij andere klederdrachten.

Bron: weblog.zeeuwsebibliotheek.nl/in-de-mode-het-zeeuws-knopje